In deze tijden van onzekerheid over tarieven en geopolitieke ontwikkelingen is de Amerikaanse nutssector een opvallende speler op de markt voor bedrijfsobligaties, die een stabiele en betrouwbare bron van inkomsten biedt.
De sector biedt betrouwbare en stabiele inkomsten dankzij regelgeving die zorgt voor afstemming tussen kosten en opbrengsten. Dit versterkt de veerkracht van nutsbedrijven in de verschillende marktcycli en stelt hen in staat om kosten veelal direct door te berekenen aan de consument.
Schuld aan nutsbedrijven is een complexe activaklasse met een gefragmenteerde uitgifte over meerdere entiteiten. Hierdoor zijn de prijzen in deze sector vaak lager dan die van andere vergelijkbare kredieten. Opvallend is de uitgifte van gedekte obligaties met een sterke activadekking en een solide financieel convenant.
Naast deze kredietkwaliteit bieden gedekte obligaties van nutsbedrijven hogere spreads dan bedrijfsobligaties met een lagere rating. Hierdoor kunnen beleggers de kwaliteit van hun portefeuille verbeteren en tegelijkertijd extra rendement behalen.
Bosbranden zijn nog steeds een belangrijk risico voor de sector, maar met de nieuwe wet van 2019, waarmee werd voorzien in een fonds voor bosbranden en, vooral ook, een aansprakelijkheidslimiet, is dit risico beduidend kleiner geworden. Uit onze eigen analyse blijkt dat de markt het risico op bosbranden nog steeds te hoog inschat.
Bij CG kan de positionering van de portefeuille binnen de nutssector grosso modo in twee categorieën worden onderverdeeld.
De eerste groep zijn een soort 'slapende kredieten' die voornamelijk in het zuidoosten en het middenwesten van Amerika voorkomen. Het gaat hier om solide, betrouwbare emittenten die een stabiele bron van inkomsten bieden, maar die vanwege de hierboven beschreven fragmentatie vaak tegen hogere spreads worden verhandeld dan vergelijkbare bedrijfsobligaties.
De tweede groep zijn de nutsbedrijven aan de westkust. Een groot deel van de markt hanteert een seizoensgebonden benadering van beleggen in deze sector, waarbij in de winter wordt gekocht en in de aanloop naar het zomerse “bosbrandseizoen” wordt verkocht. Het probleem van deze benadering is dat bosbranden niet seizoensgebonden zijn. De bosbranden in Zuid-Californië vonden dit jaar plaats in januari, ver buiten de periode die de markt als bosbrandseizoen beschouwt.
Als langetermijnbeleggers denken wij dat het beter is om te accepteren dat er op korte termijn misschien wat volatiliteit kan zijn, maar om vooral te kijken naar de lange termijn. Voor deze periode verwachten we dat de aanzienlijke posities die we via onze eigen grondige analyse hebben geïdentificeerd, zullen profiteren van de structurele verkrapping van de spreads.